Publicaties

In de rubriek “Wie hangt er aan de lijn?” op hockey.nl.

Interview met Nico Leeftink - Maart 2015.

In de rubriek ‘Hallo waar ben je’ hangt deze week Nico Leeftink aan de lijn. Hij heeft de afgelopen jaren een indrukwekkende verzameling hockeyspullen bij elkaar weten te rapen. Dat wil zeggen: honderden sticks, tientallen ballen en vele beeldjes, boeken, prenten, kaarten, posters, medailles en speldjes. De attributen (foto’s staan hieronder) komen voornamelijk uit de periode 1880-1960.

Hallo Nico, waar ben je? Of eigenlijk: waar is dat ‘museum’ van je?

‘In Overijse: een dorpje vlakbij Brussel. Ik heb een aantal ruimtes in het huis ingenomen voor mijn verzameling. Een echt museum is het niet, maar vrienden of liefhebbers zijn altijd welkom om mijn collectie te komen bewonderen. Wel hoop ik mijn spullen ooit nog ergens tentoon te stellen.’

Wanneer ben je begonnen met verzamelen?

‘Begin jaren negentig. In het verleden hockeyde ik in mijn geboorteplaats Enschede en heb ik in de Hoofdklasse gespeeld met de Groninger Studs en Victoria. In 1992 ben ik naar België verhuisd en gestopt met hockeyen. Omdat mijn zwager tennisartikelen verzamelt, struinde ik voor hem in België de rommelmarkten af. Ik vond dat toen zo leuk dat ik ook voor mijzelf naar spullen ben gaan kijken. Zo is mijn hockeyverzameling begonnen.’

Komen al je spullen van rommelmarkten?

‘Nee. Daar ben ik wel begonnen, maar die raakten al snel uitgeput. Nu komen de spullen niet meer uit de buurt en haal ik ze voornamelijk via Ebay en Marktplaats. Ook ontvang ik items van mensen die er zelf niks meer mee kunnen. Zo heb ik spullen van de Olympische Spelen in Athene van Bob Davidson gekregen, die toen in het scheidsrechterscomité zat. Ook heb ik een aantal items ontvangen van voormalig internationaal scheidsrechter Sophie Duinker-Molendijk, die vorig jaar helaas is overleden.’

Wie is de beroemdste hockeyer van wie je iets in je verzameling hebt?

‘Dhyan Chand: de hockeylegende uit India in de tijd dat het land het meest dominante team ter wereld had. Voor het hockeystadion van India staat zelfs een levensgroot standbeeld van hem. Ik heb via Ebay een aantal knipsels en geschriften van hem weten te bemachtigen waarin hij opschreef hoe zijn wedstrijden waren.’

Wat heb je recent nog buit gemaakt?

‘Kranten uit 1928 met alle verslagen van de hockeywedstrijden van de Olympische Spelen in Amsterdam. Ik was op een veiling in Nederland en daar heb ik ze gekocht. Ja, ik doe er alles voor om dit soort spullen te krijgen. Iedereen die iets verzamelt, heeft toch wel een beetje een afwijking denk ik zo, haha.’

Wat is er zo mooi aan de periode 1880-1960?

‘Ach, zoveel. Rond 1880 begon het hockey in Nederland ongeveer. Daarvoor bestond ‘bandy-hockey’, waarbij op vlakke speelvelden, zoals strand of ijs, werd gespeeld. Omdat de winters koud en gevaarlijk waren, begon men op gras te spelen. Bij de eerste officiële wedstrijd in Nederland tussen Amsterdam en Haarlem viel echter een dode. Men besloot daarna met een ‘sinaasappel’ te gaan spelen, een ronde bal met katoen er in. Toen in 1928 de Olympische Spelen in Nederland werden georganiseerd, moest de hockeybond overigens weer overgaan op een harde bal. De collectie loopt door tot 1960 omdat ik vanaf toen zelf ben gaan hockeyen en ik het leuker vind om spullen van voor mijn tijd te verzamelen.’

Waar ben je het meest trots op?

‘Ik heb de eerste (bandy)hockeystick die er in Nederland was: van begin 1900. Ook ben ik erg trots op de eerste hockeybal in Nederland uit het jaar 1923: de sinaasappel, die ik van mijn vader heb gekregen.’

Als een bezoeker van hockey.nl iets wil aanbieden, hoe kan hij dan met jou in contact komen?

‘Ze kunnen ze mij mailen door te klikken op dit info@hockeymuseum.nl.