Publicaties

Het verhaal achter de hockeyers met zuurstofmaskers

Marco van Nugteren - 29 mei 2020 - Hockey.nl

In zijn eeuwig durende zoektocht naar attributen voor zijn hockeyverzameling stuitte Nico Leeftink van de serie Hockeymuseum twee jaar geleden op een opmerkelijke zwart-witprent. Zelfs hij – de man die zo’n 150 sticks en meer dan 400 boeken, tijdschriften en posters, 300 kaarten, 50 ballen en talloze broches, beeldjes, medailles, foto’s, speldjes en vaantjes heeft – knipperde van verbazing met zijn ogen. ‘Ik vond het zo’n absurd tafereel dat ik ben gaan zoeken wat er aan de hand was.’

Afgebeeld was een groep van negen mannen, met een korte broek en lange kousen. Hockeyers, zittend in een kleine cirkel, ieder op een kruk, met hun hoofd gestoken in een zuurstofmasker. De slangen van hun zuurstofmaskers leiden naar de stalen cilinder waarin zich zuurstof onder sterke druk bevindt en die wordt bediend door een man in het midden. Onder de prent staat in het Duits: ‘Hockeyers bij het inademen van zuurstof(gas) ter vergroting van het uithoudingsvermogen (blz. 377)’

De prent – uit 1909 – was afkomstig uit het Duitse tijdschrift ‘Das Buch für Alle’, wekelijks uitgegeven tussen 1866 en 1935, met verhalen voor de hele familie. Omdat Leeftink alleen de bladzijde met de prent in zijn bezit had – het tijdschrift zelf dus niet – zocht hij online contact met de verkoper uit de buurt van München en vroeg hem of hij de rest van het tijdschrift nog had en dan met name bladzijde 377. Daarop kon wel eens meer informatie staan, vermoedde de grootste hockeyverzamelaar van Europa.

Na enige tijd ontving hij antwoord van de verkoper. Aan de e-mail was een bijlage toegevoegd: een kopie van bladzijde 377, een tekst in het Duits opgesteld in het toen gebruikelijke Gotisch schrift.

Onder de prent staat in het Duits:‘Hockeyers bij het inademen van zuurstof(gas) ter vergroting van het uithoudingsvermogen (blz. 377)’.

Zuurstofdoping

Na enig puzzelen bij het ontcijferen was de belangrijkste informatie dat het hier niet om een grap ging, maar dat het voorval echt had plaatsgevonden. Ook stond er dat het tafereel niet in Duitsland plaatsvond, maar in Engeland. Het bleek om een heuse medische proef te gaan, door de zeer vermaarde Engelse dokter/fysioloog Leonard Erskine Hill (1866-1952). Hij is de man in het midden van de prent, die het experiment begeleidt.

Aan de hand van publicaties op het internet ontdekte Leeftink dat deze dokter Hill zich had gespecialiseerd in het toedienen van zuurstof als versneld herstelmiddel bij sporters, met name bij duursporters. Oftewel: zuurstofdoping.

Hadden de Japanners zulke goede zwemmers, of was de beschuldiging van zuurstofdoping terecht?

Behalve bij hockeyers testte dokter Hill het gebruik van een zuurstofmasker uit bij zangers, voetballers, hardlopers en boksers. Zijn focus lag op sneller herstel door gebruik van de zuurstofdoping. Zo liet hij een ervaren bokser tegen een onervaren bokser vechten. Na de tweede ronde was de onervaren bokser uitgeput, maar na de toediening van het zuurstof had hij weer genoeg energie om aan de derde ronde te kunnen beginnen. Daardoor kan ook wel worden geconcludeerd dat de hockeyers op de prent vermoedelijk halverwege hun wedstrijd waren en in de rust het zuurstof kregen toegediend.

Op basis van zijn medische onderzoeken ontving dokter Hill in 1930 de titel Sir, maar belangrijker nog is dat zijn zuurstofdoping de nodige navolging heeft gekregen. In 1912 werd nog wel een verzoek van een Engelse marathonloper bij de Olympische Spelen in Stockholm afgewezen om een zuurstofmasker (met mobiele tank) te dragen, maar bij de Olympische Spelen in 1932 in Los Angeles won Japan vijf van de zes gouden medailles bij het zwemmen na eerst aan de rand van het zwembad extra zuurstof te hebben ingenomen. Hadden ze zulke goede zwemmers, of was de beschuldiging van zuurstofdoping terecht? Het was echter pas in 1962 dat het Olympisch Comité doping verbood, tot die tijd werd het als ‘verwerpelijk’ beoordeeld.